Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Modernisering secundair onderwijs : gerichte evolutie geen revolutie
Sinds 2009 volg ik het dossier “Hervorming secundair onderwijs" op en had ik de kans om dit mee te onderhandelen. Op woensdag 8 juni 2016 debatteerden we tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams parlement over de goedkeuring van de operationalisering van het masterplan secundair onderwijs. Mijn tussenkomsten kan u hier bekijken.
Modernisering Secundair onderwijs : gerichte evolutie geen revolutie
Behouden wat goed is, bijsturen waar nodig.
Vlaanderen kent een lange traditie van sterk onderwijs. Dankzij de grote gedrevenheid van ons onderwijspersoneel en de kwaliteit van het geboden onderwijs scoren onze leerlingen over het algemeen hoog in internationaal vergelijkend onderzoek We hebben dus geen nood aan een tabula rasa of het volledig afbreken van ons huidig onderwijs tot de laatste. Een onderwijsdepressie, die sommigen ons willen aanspreken, is dus niet op zijn plaats en daar heb ik mij ook altijd tegen verzet.
Maar wil dat zeggen dat we niets moeten doen ? Neen. De modernisering secundair onderwijs zijn gerichte, inhoudelijke maatregelen in ons onderwijs, zowel basisonderwijs als secundair onderwijs om het te versterken. Basisonderwijs ? Ja, want secundair onderwijs staat niet geïsoleerd in het onderwijslandschap.
We hebben er steeds aan vastgehouden dat de structuren van ons onderwijs niet op hun kop zouden gezet worden. Immers alle tijd die daaraan zou besteed worden, kan niet meer gebruikt worden om te doen waar het echt over gaat : leerlingen versterken door onderwijs. Als we echt willen dat TSO en BSO een positieve keuze is, moeten we dit in het basisonderwijs evenwaardig en zichtbaar aan bod laten komen. Dat bereiken we dus niet door het ASO af te breken.
De natuur of voor mijn part Onze-Lieve-Heer is niet “eerlijk”. Elk van ons heeft andere talenten en andere capaciteiten. Doen alsof elke leerling gelijk is of “gelijk te maken” is de realiteit onrecht aandoen. Vandaar dat het uitstellen van de studiekeuze én alle leerlingen hetzelfde aanbieden tot hun 15 jaar een slecht idee is. Zowel voor de leerling als voor de leerkrachten. De leerling krijgt nog langer wat hij niet wil en de leerkracht moet differentiëren wat niet te differentiëren is omdat de verschillen te groot zijn. Een getrapte studiekeuze is dus meest aangewezen. De keuzes die leerlingen maken in het 2e jaar moeten we wel aanpassen aan de realiteit van vandaag.
En wat met “de waterval” ? Ik huiver van het woord alleen al. Zij die dat blijven uitspreken, hangen net aan BSO een label dat we er niet aan willen hangen. Alle jonge ouders geven hun kostbaarste geschenken – hun kinderen af aan leerlingen die BSO hebben gevolgd. Laat ons dus alstublieft deze talenten met de nodige aandacht waarderen en stoppen met te stellen dat iedereen die BSO doet een niet-ASO’er is.
Wat de studierichtingen in de 2e en 3e graad betreft, deze moeten we moderniseren. Sommige studierichtingen bereiden voor op beroepen die niet meer te vinden zijn op de arbeidsmarkt. Andere studierichtingen zouden een goede voorbereiding moeten zijn op het hoger onderwijs, doch doen dit - baserend op de slaagcijfers- niet. We moeten leerlingen en ouders dus eerlijk en duidelijk de studierichtingen presenteren.
Zowel inzake de basisopties als de studierichtingen in de 2de en de 3de graad, wordt de reactie van de inrichters van onderwijs – de individuele scholen dus- gevraagd. Hebt u daar nog bedenkingen bij, bezorg dit zeker.
Behouden wat goed is en gericht aanpassen wat nodig is dus.
De teksten zelf kan u hier lezen :