Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Nood aan gelijk speelveld met aanpassing van subsidietrappen in de kinderopvang
In de kinderopvang kennen we vandaag verschillende soorten subsidies: de zogenaamde trappen en daarnaast nog specifieke subsidies. Tussen die verschillende trappen zijn er hele grote verschillen in bedragen die men kan krijgen. Er is de terechte vraag of deze grote verschillen wel nog te objectiveren zijn daar de eisen die aan kinderopvang in elke trap worden gesteld grote gelijkenissen vertonen. Daarom roept Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA) op om een evaluatie van de subsidietrappen te organiseren en te werken aan een meer gelijke subsidiëring van de verschillende soorten kinderopvang.
Subsidies in de kinderopvang
Voor het uitreiken van subsidies wordt in het decreet Kinderopvang van Baby’s en Peuters een systeem voorzien met verschillende subsidietrappen (tap 0, trap 1, trap 2a, trap 2b, trap 3). Elke trap heeft een aantal bijkomende opdrachten en specifieke voorwaarden waaraan ze moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de subsidie van die trap.
Naast het trappensysteem zijn er subsidies voor inclusieve opvang, flexibele gezinsopvang, subsidies voor ruimere openingsmomenten en dringende kinderopvang in groepsopvang mogelijk. Ook subsidies voor tijdelijke vervangcapaciteit kunnen aangevraagd worden.
Trappensysteem
“Zoals de naam doet vermoeden, werkt het trappensysteem zoals een trap. Het gaat om drie trappen waarbij je als je de subsidies in een hogere trede ontvangt, je ook de subsidies van de lagere trede ontvangt. Je moet uiteraard voldoen aan de voorwaarden die voor die trede en een lagere trede worden opgesteld”, verduidelijkt Daniëls.
Een overzicht van de trappen in de kinderopvang:
Trap 0
Deze trap is geen subsidietrap, maar vraagt wel een vergunning. Wanneer iemand een vergunning heeft, kan een kinderopvang georganiseerd worden. Deze ontvangt in trap nul geen subsidies.
Trap 1
Bij deze trap wordt voorzien in een basissubsidie. Het gaat om een forfaitaire subsidie die wordt voorzien aan opvanginitiatieven die voldoen aan de opgestelde voorwaarden.
Trap 2
Bij deze trap wordt voorzien in een basissubsidie en een subsidie voor inkomenstarief. Dat houdt in dat de opvang ouders volgens hun inkomen laten betalen en bepaalde voorrangsregels hanteren. Binnen trap 2 is er nog een onderscheid tussen trap 2A en trap 2B: plaatsen met T2B subsidie krijgen een lager bedrag voor de gemiddelde leeftijd dan plaatsen met T2A subsidie. Vanaf 2023 krijgt elke opvang met subsidie inkomenstarief het hoogste tarief 2A.
Trap 3
Bij deze trap wordt een basissubsidie, een subsidie voor inkomenstarief en een plussubsidie voorzien. De plussubsidie wordt uitgedeeld aan opvanginitiatieven die specifieke aandacht hebben voor en voorrang geven aan kwetsbare gezinnen. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet 30 procent van de kinderen in het opvanginitiatief uit een kwetsbaar gezin komen en moet de opvang specifieke dienstverlening bieden aan deze gezinnen.
Nood aan duidelijkheid
Kinderopvanginitiatieven botsen op de complexiteit om de leefbaarheid van een organisatie te berekenen en te bekijken welke aanvraag ze moeten doen om welke subsidie te verkrijgen. “Het is moeilijk om binnen de trappen te weten welke middelen naar waar gaan en of dit nog objectiveerbaars is in vergelijking met de vereisten in de andere trappen. Naast de verschillende trappen, is er de opsplitsing tussen trap 2A en trap 2B, en de vrije prijs en dergelijke meer. We moeten zicht krijgen of we die grote verschillen in subsidiëring – wat zich veelal ook uit tussen groepsopvang, gezinsopvang en zelfstandige initiatieven – kunnen hardmaken in het licht van de voorwaarden die we eraan willen stellen. We moeten een evaluatie maken om hierover duidelijkheid te krijgen en te werken aan een meer gelijk speelveld voor alle verschillende opvangvormen. We hebben ze immers allemaal nodig om voldoende, kwaliteitsvolle plaatsen te hebben”, besluit Daniëls.
Bekijk hier de tussenkomst van Koen Daniëls bij zijn vraag aan de minister in de commissie welzijn op 24 januari 2023 of lees het verslag.