Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
“Is het niet oké, zeg dan nee!”
Verscheidene stagiairs kwamen naar voor met getuigenissen over taken die ze moeten uitvoeren in ziekenhuizen en zorginstellingen waar ze niet bevoegd of nog niet voor opgeleid zijn. Ondanks het feit dat vele stageplaatsen en scholen zich inzetten voor een goede ervaring en begeleiding op stage, komt dit blijkbaar steeds vaker voor. In de commissie Welzijn deed Vlaams parlementslid Koen Daniëls (N-VA) de oproep om hierover te waken, te zorgen dat er voldoende begeleiding is en dat meldingen sneller aangepakt worden.
Stagiairs hebben op stage heel wat leer- en oefenkansen. In tijden van personeelstekort, zijn ze tevens een welgekomen hulp. Ook tijdens de coronapandemie zetten studenten zich in om te helpen waar het kon om zo de werking van sommige voorzieningen overeind te houden. Toch betekent dat niet dat ze zomaar alleen mogen werken of alle taken uitvoeren. “Stage is een onderdeel van de opleiding. De taken die deze stagiairs mogen uitvoeren, worden geregeld door ofwel een omzendbrief met duidelijke taakverdeling voor studenten secundair onderwijs of met bepalingen die stageplaatsen en/of scholen zelf maken voor studenten hoger onderwijs”, duidt Daniëls.
Ondanks deze duidelijke afspraken loopt het niet altijd van een leien dakje. “Het inzetten van stagiairs is op zich geen probleem, maar het addertje zit hem in het feit dat de stagiairs soms taken moeten uitvoeren waar ze niet voor opgeleid zijn of waarbij ze niet begeleid worden”, stelt Daniëls. “Het inzetten van studenten en leerlingen als onbetaalde ‘normale’ werknemers die dan in een aantal gevallen van bij de start aan hun lot worden overgelaten, dat zijn praktijken die niet door de beugel kunnen. Niet ten aanzien van stagiairs en ook niet ten aanzien van nieuwe medewerkers die veelal hetzelfde lot ondergaan.”
Meldingsangst bij studenten
De Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) gaf aan dat er sprake is van een grote meldingsdrempel bij studenten vanuit de angst voor een negatieve evaluatie. In de eerste plaats is de school of de stagebegeleider van school een aanspreekpunt, maar ook hier blijkt er een drempel te zijn om hen aan te spreken. “De meldingsangst kan voortkomen uit het feit dat de beoordelaars van studenten zowel de begeleiders als de mentoren zijn. Door de verandering in de tijdsgeest inzake melden, zou voor stages de slogan moeten zijn: ‘Is het niet oké, zeg dan nee’. Als je als stagiair dingen moet doen die niet oké zijn, dan moet je daadwerkelijk nee zeggen als stagiair en moet er ook de openheid zijn bij stageplaats en school om dat ernstig te nemen”, benadrukt Daniëls.
Een tweede aspect van de meldingsangst is dat meldingen te weinig doorstromen naar de Zorginspectie. Er werd reeds een website opgericht waar deze meldingen gedaan kunnen worden, maar die is nog niet zo bekend. “We moeten de website die gemaakt werd mee opnemen in stagecontracten zodat stagiairs weten dat ze ook daar terecht kunnen met hun meldingen en dat er een duidelijke link is met de Zorginspectie. Een stageplaats die veel stagiairs aanneemt en dus haar verantwoordelijkheid neemt, betekent ook meer mensen die meekijken en kunnen signaleren dat het helemaal anders loopt dan zou moeten. Dat moeten geen verklikkers zijn, maar zo kan het op de stageplekken wel veilig verlopen en men kan daarmee ergens naartoe gaan. Wanneer men vervolgens merkt dat het op dezelfde stageplaats steeds misloopt kan de Zorginspectie ingrijpen”, zegt Daniëls.
Bewustzijn bij de minister
Minister van welzijn Hilde Crevits (CD&V) gaf aan zich bewust te zijn van de omstandigheden. Ze ging daarom in gesprek met de zorgsector om te kijken waar op ingezet kan worden. De zorgsector gaf aan dat er soms onvoldoende tijd is om leerlingen en studenten kwaliteitsvol te begeleiden. “Vooral eerstejaarsstudenten worden ingezet voor een stage in de ouderenzorg. Deze groep stagiairs heeft de meeste begeleiding nodig waardoor de druk op de stageplaats verhoogt”, verduidelijkt Daniëls. “Een aanpassing zou ervoor moeten zorgen dat de eerste stages ook in de eerstelijnszorg of in een ziekenhuis kunnen plaatsvinden.”
Andere factoren die naar voor kwamen, waren de soms beperkte wisselwerking tussen stagegevers en het onderwijs zelf en dat er nog steeds een negatief beeld bestaat over stages in de zorg. Op dit beeld wordt wel ingezet via de campagne ‘career’ om nieuwe mensen en gedreven zij-instromers aan te trekken in de zorg.
“Het is goed dat de minister aan de slag gaat met de bezorgheden bij stagiairs en de sector zelf. Echt is het ook belangrijk dat we niet alle stageplaatsen en -begeleiders over dezelfde kam scheren. Op vele locaties wordt wel goed gehandeld en wordt de taakverdeling aangepast wanneer stagiairs aangeven dat ze bepaalde taken niet mogen uitvoeren. We zullen het beleid van de minister blijven opvolgen en een stem vormen voor zowel de sector als de stagiairs die bezorgdheden uiten”, besluit Daniëls.
U kan mijn vraag en tussenkomst hierover herbekijken via deze link.